Bedrijfsvoering schept voorwaarden en biedt ondersteuning voor de uitvoering van de gemeentelijke taken. Dit gebeurt op meerdere vakgebieden, zoals Juridische Zaken, ICT, Financiën, Personeelszaken en meer. Bedrijfsvoering ondersteunt. Het is nodig dat deze ondersteuning aansluit bij de behoefte. Daarom stemt Bedrijfsvoering haar aanbod af met de teams die diensten leveren aan de inwoners en bedrijven. Om aan te bieden wat nodig is, schakelt Bedrijfsvoering continu tussen maatwerk en standaardisatie. Vanuit de Rijksoverheid wordt voor de bedrijfsvoering sterke nadruk gelegd op standaardisatie. Bijvoorbeeld om de gemeentebegrotingen op een zelfde manier in te delen of om de informatiehuishouding generiek te maken. Maar om in te spelen op specifieke situaties is vaak maatwerk nodig. Bedrijfsvoering moet meebewegen met de dynamiek in de organisatie maar ook goede invulling geven aan standaards om aangesloten te blijven op de ketenpartners. Om de raad meer inzicht te geven in de aard en omvang van de overhead is het hoofdstuk 'Overzicht overhead' in de begroting opgenomen.
Onze organisatie werkt voor de stad. De medewerkers geven handen en voeten aan de beslissingen van de politiek. Om dat zo goed en efficiënt mogelijk te doen, organiseren wij ons dicht bij de stad. Hiervoor hebben we de organisatie ingedeeld in drie domeinen: het Ruimtelijk domein, het Maatschappelijk domein en het domein Bedrijfsvoering en Diensten. Het is een platte organisatie met korte lijnen, met medewerkers die ingezet worden op hun talent en die zich zichtbaar betrokken voelen bij de stad. Een groot deel woont in (of om) Purmerend. We hebben een open en moderne werkomgeving die het samenwerken ondersteunt. In de uitvoering van ons werk blijven we steeds zoeken naar de meest passende manier van werken. Soms direct met de stad, soms indirect.
Een grote groep medewerkers van het Ruimtelijke en Maatschappelijk domein staat in hun werk direct in verbinding met inwoners en ondernemers in de stad. Zij zien hierdoor de diversiteit aan problemen waar sommige Purmerenders mee worstelen. Zij worden uitgedaagd om zich in hun problematiek te verplaatsen en hun deskundigheid in te zetten om het wonen en leven in Purmerend een stukje beter te maken. Het werk van de medewerkers van Bedrijfsvoering en Diensten richt zich meer op de interne organisatie, het uitvoeren van wettelijke taken en het vastleggen en beheren van procedures. Computersystemen moeten goed werken en salarissen moeten op tijd worden betaald. Maar ook in dit domein houden we het blikveld breed en verbinden we de inspanningen met het grotere geheel: werken voor de stad. Hoe helpen en ondersteunen we de collega’s die in directe verbinding staan met buiten het beste. Dit levert een breed gedragen gevoel op dat het werk in de ondersteuning extra betekenis geeft.
Als organisatie zoeken we steeds naar een goede balans tussen een efficiënte en bedrijfsmatige werkorganisatie en een effectieve gemeente die uitgaat van de stad. Bedrijfsvoering en Diensten schakelt daarom continu tussen maatwerk en standaardisatie. Dit is de uitdaging waarmee we verder mee aan de slag gaan, wat in deze bestuursperiode tot uitdrukking zal komen. Daar waar dat kan, sluiten we aan bij ketenpartners in de regio zoals de provincie, het waterschap en de omgevingsdienst. Met deze partners werken we samen aan plannen en processen. Samen gaan we ons de komende periode inzetten voor de stad.
Als organisatie zijn we in beweging en schakelen we op de ontwikkelingen die op ons af komen. Denk hierbij aan politieke besluiten en externe ontwikkelingen zoals een groeiende economie, technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Deze (toekomstige) ontwikkelingen brengen we in beeld en vertalen we naar effecten op teams en functies. Hierdoor krijgen we zicht op welke mensen we in de toekomst nodig hebben en kunnen we daar tijdig op inspelen (strategische personeelsplanning).
We monitoren of onze interne processen en regelingen in overeenstemming blijven met de ontwikkelingen in de samenleving en onze stad, en schakelen mee met die ontwikkelingen. Op dit moment onderzoeken we of de vigerende reiskostenvergoedingen nog in overeenstemming zijn met de mobiliteitsvisie (en het daaruit ontwikkelde Verkeersplan Purmerend 2040) voor de stad.
Veel Purmerenders zijn tevreden over de gemeente, maar we maken ook mee dat er ontevredenheid is. Soms uit zich dat in agressie. Agressie tegenover onze medewerkers tolereren we niet. De beheersing van agressie uitingen die we in 2018 en 2019 hebben ingezet borgen we in de organisatie. Ook zal in 2020 een BOT-team (BedrijfsOpvang Team) werkzaam zijn ter ondersteuning van de medewerkers die met agressie geconfronteerd zijn.
Door de economische groei hebben we te maken met een krappe arbeidsmarkt, waarbij de concurrentie tussen werkgevers groot is. Hierdoor moeten we meer inspanningen doen om de juiste kandidaten te bereiken en te interesseren om bij ons te solliciteren. We onderzoeken hoe we onze arbeidsmarktcommunicatie hierop kunnen aanpassen en of we onze werving en selectie op een andere manier willen vormgeven.
Ook al stijgt de AOW leeftijd met de nieuwe pensioenaanspraken minder snel dan voorheen was besloten, we moeten wel allemaal langer doorwerken. Leidinggevenden en medewerkers zijn gezamenlijk verantwoordelijk ervoor te zorgen dat de medewerker duurzaam inzetbaar blijft. Daarom wordt bij de buitendienst van het Ruimtelijk Domein bekeken of we, naast individuele maatwerkafspraken, initiatieven zoals een tweede loopbaan beleid voor deze specifieke groep medewerkers kunnen ontwikkelen.
In 2020 treedt de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking. Dit heeft gevolgen voor onze organisatie omdat de wetgeving verandert. Onze medewerkers krijgen bijvoorbeeld in plaats van een eenzijdige aanstelling een tweezijdige arbeidsovereenkomst. De voorbereidingen naar deze nieuwe situatie zijn in volle gang.
Het Beter Werken is inmiddels gemeengoed. In 2020 zullen een aantal installatietechnische maatregelen geëffectueerd moeten worden voor een betere klimaatbeheersing. Dit moet Het Beter Werken nog prettiger maken. Er wordt ingezet op uitbreiding van de verhuur van het Stadhuis tot een volledige benutting van de vrije vloeroppervlakte, rekening houdend met de eigen behoeften van de gemeentelijke organisatie.
De ruimte voor het gemeentelijk informatiebeleid wordt steeds meer ingekaderd door landelijk beleid. Dit beleid is herijkt onder de noemer NL DIGIbeter. De sturende werking van dit beleid gaat vooral over de standaardisatie van koppelingen. De koppelingen zijn bedoeld om informatie te kunnen delen met organisaties waarmee we samenwerken en om gebruik te kunnen maken van moderne digitale en veilige identificatiemiddelen. Purmerend stemde binnen de Vereninging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in met de collectivisering van informatievoorzieningen. Dit betekent dat gemeenten samen systemen en werkwijzen ontwikkelen, met de bedoeling om hiervan ook samen gebruik te maken. Dit is een ontwikkeling die op de langere termijn effectief kan zijn. Nu zijn er nog weinig praktisch bruikbare instrumenten in samenwerking tot stand gekomen.
Voor de korte termijn blijven we gebruik maken van standaard systemen die leveranciers ons aanbieden. Deze zetten we zo goed mogelijk in voor digitale dienstverlening en de efficiency van onze interne organisatie. We kiezen doelbewust voor standaard systemen. Er mag alleen maatwerk zijn bij de inrichting van de systemen. Dit is een voorwaarde om de systemen beheerbaar en daarmee robuust te houden. Aansluitend bij de transitie van onze organisatie is de interne ondersteuning met Informatievoorziening sterk gericht op wat er nodig is om de producten en diensten te leveren aan onze inwoners en bedrijven, aansluitend bij de specifieke behoefte. Vandaar dat we projecten in nauwe samenwerking met de collega’s uit het Ruimtelijk en Maatschappelijk kiezen en prioriteren.
Door de snelle technologische ontwikkelingen in de maatschappij, merken wij in Purmerend dat we onze servers, data-opslag en andere onderdelen van de technische infrastructuur eerder moeten vervangen dan we gewend zijn. Ruim voordat de apparatuur technisch is versleten, is vervanging nodig om functioneel op peil te blijven. Deze ontwikkeling is niet van tijdelijke aard. We hebben ons vervangingsschema onder de begroting hierop aangepast.
Ook gaan we het komende jaar een aantal keuzes maken voor de toekomstige inrichting van de technische infrastructuur. Vraagstukken hierbij zijn hoe we het beheer, de continuïteit en de informatiebeveiliging kunnen blijven borgen.
Leveranciers kiezen er voor om de software steeds meer als zogeheten SaaS (Software as a Service) aan te bieden. Dit biedt hen de mogelijkheid om de software vaker en gemakkelijker aan te passen op wat de gemeenten nodig hebben. In Purmerend maken we hierdoor nu meer gebruik van de gehuurde software, die op de netwerken van de leveranciers staan. Deze verandering heeft verschillende effecten. Wij moeten bijvoorbeeld meer kennis en ervaring opdoen om met deze externe software te koppelen en de gegevens veilig te gebruiken in programmatuur die elders is geïnstalleerd. Een ander effect is dat het beheer in onze organisatie minder tijd gaat vragen.
De aandacht voor Informatieveiligheid binnen onze organisatie is nu structureel. Dit onderwerp is van belang omdat de taakuitvoering van de gemeente steeds afhankelijker is geworden van informatie. Maar minstens zo belangrijk is dat we aantoonbaar zorgvuldig moeten en willen omgaan met de gegevens over onze burgers en de bedrijven. We volgen een continu proces waarbij we ‘de lat steeds iets hoger leggen’, aansluitend bij wat ons is opgelegd met de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Daarbij gaan we steeds meer over naar het bepalen en denken vanuit de risico’s die we lopen. Op basis daarvan bepalen we welke maatregelen nodig zijn en welke kosten dit met zich mee brengt.
Als praktische vertaling van het ‘werken voor de stad’ merken we dat er behoefte is aan data, aan gegevens, voor een specifiek maatschappelijk vraagstuk. Hier spelen we op in om onze gegevens zo veel als mogelijk toegankelijk te maken, met inachtnaming van de regels voor de privacy en informatieveiligheid. Ook dit is een ontwikkeling die landelijk is terug te vinden. De VNG heeft een zogenaamde ‘high-value-list’ gepubliceerd waarbij wij worden uitgedaagd om de gegevens op deze lijst als open data aan te bieden, zodat elke inwoner en ondernemer en gebruik van kan maken. Het komende jaar maken we een begin met het ontsluiten van deze data met de software die we het afgelopen jaar in het Datalab hebben ontwikkeld.
De invoering van zaakgericht werken is in toenemende mate aan de orde. Deze manier van werken is bijvoorbeeld ook een leidend principe voor de ontwikkeling van het DigitaalStelsel-Omgevingswet (DSO), zoals dat nu onder regie van het ministerie van BZK tot stand komt. Ons zaaksysteem wordt stap voor stap verder ingevoerd. De prioriteit ligt nu bij de digitalisering van documenten. Er is een grote actie gaande om bouwdossiers te digitaliseren voor het Omgevingsloket; dat loopt door in 2020. Digitale documenten worden per zaak opgeslagen en beheerd. Dit blijkt effectief en ook veel gebruiksgemak te bieden, zoals de collega’s voor de inkomensbijstand dit nu bijvoorbeeld ervaren.
Bijzonder aan de situatie in Purmerend is dat de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (WOZ) en Basisregistratie GrootschaligeTopografie (BGT) in hetzelfde team worden beheerd, waardoor efficiënt wordt gewerkt en de kwaliteit en de samenhang worden geborgd. Daarmee loopt Purmerend ver voorop t.o.v. andere gemeenten.
In 2019 is het Ruimtelijke domein begonnen met de opbouw van De Basisregistratie Ondergrond (BRO). De werkzaamheden zullen doorlopen naar 2020. Een ander doorlopend project is de koppeling data BOR-BGT. Het is van groot belang dat de informatie van beheerders van de openbare ruimte wordt gekoppeld aan de BGT. Vanuit de BGT gaat de data immers naar een landelijke voorziening; de informatie is vervolgens als open data beschikbaar voor meerdere doeleinden en gebruikers. Denk hierbij o.a. aan het Omgevingsloket en hulpdiensten. In voorgaande jaren lag de nadruk op de opbouw van het stelsel van basisregistraties.. De werkzaamheden verschuiven nu naar het gebruik van de basisregistraties voor maatschappelijke vraagstukken en ontsluiting van informatie op de kaart (Atlas) Zo zijn de basisregistraties al ingezet voor het asbestprobleem op daken en vormen zij het fundament voor het Omgevingsloket en het DataLab.
Begin 2020 is naar verwachting de kwaliteitsverbetering van de BAG/WOZ objectadministratie gereed. 2020 is vervolgens een proefjaar om de omzetting van taxeren op inhoud naar taxeren op gebruiksoppervlakte (GBO) te gaan testen en eventuele uitval te verbeteren. Dat is ruim op tijd om per 1 januari 2022 te voldoen aan de verplichting om WOZ taxaties op basis van GBO uit te voeren.
Het betalingsgedrag van de gemeente wordt beoordeeld aan de hand van het aantal dagen dat de leverancier moet wachten op bijschrijving van het gefactureerde bedrag. De gemeente hanteert als voorwaarde dat er binnen 30 dagen wordt betaald. De gemiddelde betalingstermijn van de gemeente bedraagt momenteel 25 dagen. In individuele gevallen is er sprake van termijnoverschrijding. Het beleid is erop gericht om de individuele overschrijdingen terug te dringen.