(+/+ = voordeel en -/- is nadeel, bedragen maal € 1.000) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | I/S | PRG | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand aanpassing begroting 2019 e.v. | -2.771 | -3.063 | -1.680 | -1.983 | |||
A. | Onvermijdelijke ontwikkelingen: | ||||||
1 | Actualisatie Wabo leges | -152 | -166 | 14 | 5 | S | 1 |
2 | Actualisatie begroting Werkom | 164 | 165 | 167 | 167 | S | 2 |
3 | Areaal uitbreiding groen | -337 | -455 | -459 | -464 | S | 6 |
4 | Implementatie omgevingswet | -120 | -120 | - | - | I | 7 |
5 | Verschuiving verkooptaakstelling t Overwheersepolderdijk 4 | 595 | - | - | - | I | 7 |
6 | Financiering voor het RIEC (aanpak ondermijning) en de kerngroep integrale samenwerking én Uitbreiding van de capaciteit voor het veiligheidshuis Zaanstreek Waterland, incl. gezamenlijke aanpak van CTER (aanpak Contra Terrorisme en Radicalisering) | -85 | -85 | -85 | -85 | S | 8 |
7a | Ontwikkeling meicirculaire 2019 | 1.912 | 1.260 | -852 | 1.412 | S | AD |
7b | Stelpost Jeugd 2022 e.v. | - | - | 1.700 | 1.700 | S | AD |
8 | Actualisatie investeringsplan (kapitaallasten) | 100 | 66 | 46 | 46 | S | Div |
9 | Overige ontwikkelingen < € 100.000 | -263 | -63 | -134 | 89 | S | Div |
Subtotaal A: onvermijdelijk ontwikkelingen | 1.815 | 603 | 396 | 2.869 | |||
Stand begroting na 1e wijziging en onvermijdelijk | -956 | -2.460 | -1.283 | 886 | |||
B. | Politieke keuze(s) | ||||||
1 | BTW Spurd | 200 | 200 | 200 | 200 | S | 2 |
2 | Verlaging budget wijkiniatieven van 312K naar 212K | 100 | 100 | 100 | 100 | S | 2 |
3 | surplus WMO nieuw beleid | 50 | 50 | 50 | 50 | S | 2 |
4 | Sociaal rendement (minus 10%) van 526K naar 476K | 50 | 50 | 50 | 50 | S | 2 |
5 | Alternatieve dekking nieuwbouw principe 30-30-40 | 500 | 750 | 750 | - | I | 3 |
6 | Duurzaamheidsevenementen | - | 45 | 45 | - | I | 9 |
7 | Stadspromotie | -150 | - | - | - | I | 9 |
8 | Actualisatie fusiebudget Purmerend - Beemster | 252 | - | - | - | I | 10 |
9 | Risico coalitie akkoord - stelpost nieuw beleid | 400 | 400 | 450 | 500 | S | AD |
10 | OZB variant compensatie 2019 | 500 | 500 | 500 | 500 | S | AD |
Subtotaal B: politieke keuzes | 1.902 | 2.095 | 2.145 | 1.400 | |||
Resultaat programmabegroting 2020, inclusief incidentele baten en lasten | 946 | -365 | 862 | 2.286 | |||
Af: Saldo van incidentele baten en lasten | 171 | -403 | -709 | -714 | |||
Materieel resultaat begroting 2020, exclusief incidentele baten en lasten | 775 | 37 | 1.571 | 3.000 |
De Wabo is geactualiseerd en gebaseerd op de verwachte ontwikkeling van de vergunningsaanvragen Wabo. Hierbij zijn de lasten en baten hoger bijgesteld. Per saldo resulteert dit voor de jaren 2020 en 2021 tot een nadeel en de jaren 2022 en 2023 tot een klein voordeel.
De financiële kaders uit de kadernota 2020 Werkom zijn geactualiseerd naar de gemeentelijke bijdrage voor Purmerend. Deze bijdrage is structureel naar boven bij gesteld met € 88.000 (zie brief 1477761 d.d. 07-05-2019). Daarnaast zijn bij de oprichting van Werkom (01-01-2018) alle ambtelijke medewerkers van Baanstede en de Wsw-medewerkers van Zaanstad en Purmerend in dienst getreden bij Werkom, eerst gedetacheerd en vanaf 01-04-2019 in dienst getreden. De overheadkosten zijn niet overgeheveld naar Werkom, maar afgeraamd binnen Purmerend. Dit geeft een structureel voordeel van ca. € 76.000.
De areaaluitbreiding binnen de diverse wijken van Purmerend is zorgvuldig in kaart gebracht voor 2019 en daarop
volgende jaren (voor zover bekend). Voor 2020-2023 is de areaaluitbreiding als onvermijdelijk effect opgenomen in de begroting. Voor 2020 bedragen de extra kosten € 337.000 oplopend naar € 464.000 in 2023.
In 2020 zal vanuit de ambtelijke organisatie een bijdrage geleverd moeten worden aan het Omgevingsplan (milieu, natuur, bodem, geluid, archeologie, geur, Apv, externe veiligheid, gebruik etc.). Ook zal een nieuwe applicatie moeten worden geïmplementeerd in het DSO en de daarbij behorende processen (incl. legesverordening) moeten worden aangepast. Een mega opgave die in 2020 minimaal € 100.000 extra gaat kosten. Daarnaast zal scholing een belangrijk onderdeel zijn van de implementatie; hieruit vloeien geen extra kosten omdat dit uit bestaande budgetten zal worden bekostigd. Daarnaast is er voor 2020 en 2021 incidenteel formatie nodig voor de bijdrage van Stedenbouw en RO aan het DSO. Het gaat daarbij om een halve fte (kosten 50.000 euro per jaar). Incidenteel is er voor 2020 en 2021 € 120.000 budget beschikbaar gesteld.
In de verkooptaakstelling van 2019 is de verwachte netto verkoopopbrengst Overwheersepolderdijk 4 opgenomen voor een bedrag van € 595.000. Deze taakstelling wordt in 2019 echter niet gerealiseerd. De reden hiervoor is dat de bestemmingsplanprocedure vertraging heeft opgelopen. Dit in verband met eventuele verkoop van een aangrenzend stukje grond. Als gevolg hiervan zal de verkoop pas in de loop van 2020 gaat plaatsvinden. De verkooptaakstelling (stelpost) is in de begroting 2020 opgenomen.
Het Regionale Informatie en Expertise Centrum Noord Holland (RIEC) richt zich op de bestrijding en aanpak van ondermijnende criminaliteit. Ze verbindt informatie, expertise en krachten van de verschillende overheidsinstanties. Daarnaast stimuleert en ondersteunt het RIEC de publiek-private samenwerking bij de aanpak van ondermijning. Hiervoor is extra budget vrijgemaakt van structureel € 44.468.
Daarnaast heeft het Veiligheidshuis Zaanstreek Waterland om uitbreiding van capaciteit gevraagd om de huidige en toekomstige vraag aan te kunnen. Het Veiligheidshuis richt zich op complexe problematiek op het gebied van zorg en veiligheid. Onder deze aanvraag valt ook de aanpak van Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering (CTER). Voor Purmerend wordt een totaalbedrag gevraagd van € 65.550 (waarvan we jaarlijks al € 25.000 bijdragen bij aan het Veiligheidshuis). Hiervoor is extra budget vrijgemaakt van structureel € 40.550.
De belangerijkste ontwikkelingen van de uitkering in de meicirculaire staan in het teken van:
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het hoofdstuk algemene dekkingsmiddelen.
Voor de jaren 2019, 2020, 2021 heeft het kabinet extra middelen jeugdzorg beschikbaar gesteld. Op dit moment is het niet zeker of uitgaven structureel en autonoom zijn, danwel onderdeel van een tijdelijke boeggolf, lokaal beleid of anderzins. Daarmee is het niet zeker dat er vanaf 2022 extra budget (in dezelfde omvang als in 2021) nodig is. Een nieuw kabinet besluit of, en zo ja, in welke mate, extra middelen beschikbaar worden gesteld. Met ingang van 2022 zijn de extra middelen jeugdzorg niet begroot in de algemene uitkering. Gemeenten bepalen primair hoe zij de baten en lasten ramen. Purmerend heeft er voor gekozen voor de jaren 2022 en 2023 gebruik te maken van een stelpost van € 1,7 miljoen. Hiermee wordt voldaan aan de richtlijn van de toezichthouder deze stelpost op te nemen tot het maximum van 2021.
Door verschuivingen in het tempo waarmee de goedgekeurde investeringen worden uitgevoerd, treden rente en afschrijvingen later op. Dit levert een structureel voordeel op.
In de regel overige ontwikkelingen zijn diverse kleinere afwijkingen opgenomen. Het structurele effect 2018 en 2019 wordt veroorzaakt door het opnemen van investeringen uit het integraal huisvestingsplan (IHP), lagere opbrengsten marktgelden en rijbewijzen, hogere uitgaven overbruggingsuitkering (OBR) en beheren van de websites. Incidenteel geldt dat rekening is gehouden met vorming/opleiding, representatie en aanschaf hardware voor de griffie/raad, budget voor 75 jaar vrijheid en het op orde brengen van het verkiezingsbudget.
Vanaf 1 januari 2019 is sportbeoefening vrijgesteld van BTW. Dat betekent dat stichting SPURD de BTW niet meer
kan en mag verrekenen via de belastingaangifte. Daardoor is de BTW op de kosten voor SPURD kostenverhogend.
Hiervoor is landelijk een compensatie-regeling ingesteld ter compensatie van de hogere kosten, de SPUK-regeling.
Indien de SPUK-regeling wordt overvraagd, zal er naar rato worden gekort op het te compenseren bedrag.
Voorzichtigheidshalve houden wij rekening met € 200.000.
De VNG is nog met het Rijk in gesprek over de SPUK-regeling. De uitkomsten van dat gesprek kunnen nog leiden
tot aanvulling van het BTW compensatiefonds tot het totaal van de aanvragen en daarmee tot het vervallen van
dit potentiele nadeel. Daarnaast is het natuurlijk eerst zaak goed met Spurd in gesprek te zijn over hun financiële
mogelijkheden om dit op te kunnen vangen.
Initiatieven vanuit de wijk zijn belangrijk, dat willen we blijven stimuleren. Via de initiatieven worden feitelijke
verbeteringen in de wijk gerealiseerd, maar vooral ook sociale samenhang gesmeed. Door het neerzetten en
onderhouden van bloemenbakken, buurtbarbecues en aanpassingen in de openbare ruimte tonen inwoners zich
betrokken bij hun omgeving en elkaar. We hebben gezien dat budget verschil kan maken en inwoners stimuleert.
Met het opvoeren van dit onderwerp lijkt het erop dat wij voorstellen om te bezuinigen op wijkinitiatieven. Niets is
minder waar. Het gaat hier om het wegsnijden van een surplus aan budget dat, op dit moment, in de praktijk niet
wordt gebruikt. Door een bedrag van € 100.000 van het budget af te halen, kan nog net zoveel worden gedaan
als het afgelopen jaar. Er wordt niet gesneden in activiteiten. Indien in de loop van het jaar toch blijkt dat er meer
initiatieven zijn dan het budget kan financieren, zullen we voorstellen doen om dat op te lossen. Daarmee staat deze
maatregel in het teken van het toewerken naar een schone begroting.
Voor nieuw WMO beleid is destijds een bedrag opgenomen. Voor een deel van het bedrag is nog geen concrete
invulling voor. Daarom stellen wij voor om dat te laten vrijvallen.
Purmerenders doen mee. Ook als werkgever willen wij het goede voorbeeld geven en mensen met een afstand tot
de arbeidsmarkt een kans geven op een dienstverband bij de gemeente. Daarvoor is budget beschikbaar.
In de afgelopen jaren hebben wij de landelijke quota meer dan gehaald. We hebben onszelf hogere ambities gesteld
dan landelijk is vereist.
In de meerjarenbegroting 2019 is € 2,5 miljoen voor gelden sociale huur geraamd. Vanwege de financiële positie van
de gemeente is naar mogelijkheden gezocht om deze middelen terug te verdienen. Er zijn op dit moment zodanig
veel ontwikkelingen in de stad dat het door inkomsten uit leges, anterieure overeenkomsten, grondverkopen en
afdrachten sociale huur (nota GKP) mogelijk moet zijn om die € 2,5 miljoen anders te dekken. Om die reden worden
in 2020-2021 de begrote bedragen uit de begroting gehaald. Om wel uitvoering te geven aan de Nota Kaders en
instrumenten woningbouwprogrammering (spelregels 30-30-40) is uit de algemene reserve in 2020 € 2 miljoen
onttrokken en toegevoegd aan de reserve woningbouwprogrammering. Het restant budget van 2019 zal middels
resultaatbestemming 2019 ook hieraan worden toegevoegd. De verwachting is dat in de jaren 2020, 2021 en 2022
uit de ruimtelijke ontwikkelingen weer € 2 miljoen wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
Het doel van het organiseren van duurzaamheidsevenementen is het vergroten van bewustwording bij Purmerenders
over de komende energietransitie (onder meer aardgasvrij) en de circulaire economie (hergebruik en recycling van
afvalstoffen). Een deel van de middelen wordt gebruikt voor de solar boot race. De middelen hiervoor zijn toegezegd
voor 2020. Over een voortzetting na 2020 heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden, om die reden wordt
voorgesteld de geraamde middelen 2021 en 2022 af te ramen.
In 2018 is het budget voor stadspromotie voor het eerst beschikbaar gesteld. In 2019 zou een evaluatie plaats
vinden om te kunnen beslissen over de toekomst van stadspromotie. Door omstandigheden zijn de activiteiten
later gestart dan voorzien en is ook de evaluatie van deze activiteiten vertraagd. Voor de rechtszekerheid van
subsidieontvanger is dit budget in 2020 beschikbaar gesteld. Het besluit over de toekomst van stadspromotie wordt
in 2020 genomen.
Voor een fusie worden ook kosten gemaakt. De kosten worden voorgefinancierd door Purmerend, maar zullen later worden aangevuld vanuit de bijdrage die wij vanuit het Rijk voor de fusie ontvangen. Het is budgetneutraal. Omdat het voorschot over de Purmerendse begroting loopt is het nodig dat de raad daar expliciet over beslist. Door het vaststellen hiervan kan verder aan het samengaan van de gemeente worden gewerkt.
In de voorgaande begroting is een structurele stelpost opgenomen die kon worden ingezet bij nieuwe wensen en ambities. Wij stellen voor om deze post vrij te laten vallen. Daar zijn geen maatschappelijke gevolgen aan verbonden.
Een van de pijnlijke beslissingen die wij aan de raad voorleggen, is om de OZB te verhogen. In het coalitieakkoord is
opgenomen dat we de OZB alleen laten stijgen met de inflatiecorrectie.
De OZB is voor gemeenten het belangrijkste heffingsmiddel voor eigen inkomsten. Het wordt lokaal bepaald en
is ook lokaal bestemd. Het Rijk kort gemeenten met een hogere groei van de WOZ- waarde dan het landelijke
gemiddelde op de inkomsten OZB. Het Rijk stelt dat bij het groeien van de WOZ-waarden boven het landelijke
gemiddelde, ook hogere inkomsten voor de gemeente gegenereerd worden. Om gelijkwaardige voorzieningen
bij de gemeenten in Nederland mogelijk te maken, kort het Rijk op de algemene uitkering aan die gemeenten. In
Purmerend was dat in 2018 voor een bedrag van € 700.000 en in 2019 € 500.000.
Purmerend hanteert, net als de meeste gemeenten, een andere systematiek. Het is gebruikelijk dat er een gefixeerd
(gewenst) bedrag wordt opgenomen in de begroting. Ieder jaar, wanneer de waarden van de panden in Purmerend
zijn gewijzigd, wordt opnieuw een OZB percentage vastgesteld waarmee tot het gefixeerde bedrag wordt gekomen.
Het is een doelredenering. Feitelijk betekent het dat wanneer de gemiddelde WOZ-waarde over 2018 en 2019 stijgt,
het OZB-percentage daalt. Het omgekeerde kan uiteraard ook het geval zijn. Dan wordt Purmerend door het Rijk
gekort, maar worden er geen extra opbrengsten gerealiseerd. Het Rijk zet ons op die manier klem.
Inmiddels hebben de Rijkskortingen over twee jaren een totale structurele last opgeleverd van € 1.200.000.
Die kortingen vanuit het Rijk kan de gemeente niet zelf dragen. We hebben daarbij zoveel mogelijk geprobeerd de
consequentie voor de inwoners te dempen. Wij stellen de raad voor om de korting van 2018 voor eigen rekening te
houden, maar de rijkskorting van € 500.000 als verhoogde OZB inkomsten in de begroting op te nemen.
Rekenvoorbeeld:
De OZB-verhoging houdt het volgende in: Bij een gemiddelde woningwaarde van 235.000,- zal de eigenaar een tarief betalen dat € 13,70 per jaar hoger ligt dan alleen met de inflatiecorrecte in rekening zou zijn gebracht.